667 22 APRIL 1976 kamerverhuurinrichtingen telt, heeft de contro le hier reeds een extra accent gekregen. Daar enboven worden alle bij ons of bij de afdeling bouw- en woningtoezicht ingediende klachten onderzoeJnt. Wij achten het om deze redenen niet noodzakelijk in de Spoorbuurt extra controles in te stellen. De heer BECKERS: Wij achten het ingekomen stuk C h zó belangrijk, dat het onzes inziens niet zonder meer voor kennisgeving kan worden aangeno men. Het betreft hier een motie van de gemeente Hooge en Lage Zwaluwe van links tot rechts on dersteund waarin aandacht wordt gevraagd voor het probleem van de dubbele honorering van burge meesters, wethouders en sinds kort ook raadsleden voor hun werk voor bovengemeentelijke organisa ties zoals het stadsgewest en het recreatieschap. Naar onze mening moet deze politiek en ethisch be langrijke kwestie aan de hand van een preadvies van het college in de raad aan de orde komen. Ik zou b. en w. dan ook willen verzoeken over deze kwestie preadvies uit te brengen. De VOORZITTER: Ik wil graag iets van de op vattingen van het college met betrekking tot de motie van de gemeente Hooge en Lage Zwaluwe ken baar maken. Uit de stukken die ter visie hebben gelegen heeft men kunnen afleiden dat deze motie ter kennis van alle gemeenteraden in Nederland is gebracht. Naar mijn idee is het in het bijzonder de bedoeling geweest de raden er kennis van te la ten nemen. Bovendien is de motie, overeenkomstig de bedoelingen die men ermee had, toegezonden aan de heer minister van binnenlandse zaken. De Vere niging van Nederlandse Gemeenten heeft zich in het algemeen beziggehouden met moties die in zó ruime mate worden verspreid. Met betrekking tot de onderhavige motie heeft de Vereniging naar ik meen te kennen gegeven ik kan de tekst van de brief van de V.N.G. overleggen dat aangelegenheden van gemeenschappelijke regelingen vooral ter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 667