22 APRIL 1976
670
deze voorstellen van burgemeester en wethouders
besloten.
9. bijlage nr. 103.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
WIJZIGING EN AANVULLING VAN HET RAADSBESLUIT
VAN 4 DECEMBER 1972 INZAKE HET AANGAAN VAN
EEN OVEREENKOMST MET DE CENTRALE "OPBOUWBE-
LANGEN ROTTERDAM" N.V. BETREFFENDE DE VERKOOP
EN DE REALISERING VAN DE BEBOUWING OP EEN
TERREIN, GELEGEN AAN DE LEUVENAARSTRAAT EN
DE MIDDELLAAN. (D)
De heer CRUL: Dit voorstel is enigszins
eigenaardig en wat redactie en bijlagen betreft
moeilijk. Men moet alle stukken die boven in de
leeskamer hebben gelegen, en nog andere, die daar
niet lagen, hebben gelezen om te begrijpen waar
het eigenlijk om gaat. De eerste indruk is dat
het voorgestelde besluit niet veel inhoudt, maar
dat is niet het geval. Voor zover ik heb kunnen
naspeuren, is in 1972 tot de verkoop van het on
derhavige stuk grond besloten; daarna is de rea
lisering van de fasen 2 en 3 van deze grondverko-
pen, waarover wij nu spreken, aan de orde gekomen.
Uit de onderhandelingen tussën de gemeente en de
koper blijkt als men althans tussen de regels
van de directeur van openbare werken door leest
dat de koper niet zo enthousiast meer is voor
bouwactiviteiten ter plaatseIk neem aan dat de
ze kwestie ook in het college wel aandacht zal
hebben gekregen. Als het enthousiasme inderdaad
is verminderd, is dit moeilijk te rijmen met de
discussie over de binnenstadsplannen en met de
discussies en gesprekken over de woonnood en het
ruimtegebrek in Breda.
Met de koper is overleg gepleegd over de
tweede en de derde fase. In eerste instantie zou
er een hotel met aanverwante "artikelen" verrij
zen, maar daar voelt de koper niet veel meer voor.
Evenmin voelt hij ervoor het stuk grond voor han
delsdoeleinden te gebruiken, omdat alles wat hij