22 APRIL 1976 674 gewenst is aansluiting van het onderhavige gedeel te tot stand te brengen met het gedeelte waarover nu met "St. Joseph en wellicht straks ook met "St. Laurentius" wordt gesproken. Op die manier ontstaan er wellicht meer mogelijkheden om de wo ningnood in Breda op te lossen. Dit houdt in dat het misschien beter is het voorstel terug te nemen teneinde alle aspecten van deze kwestie nog eens in de commissievergadering aan de orde te stellen. De heer LAMBREGTS: Het is prettig te horen hoe men tussen de regels door kan lezen en tot welke conclusies men kan komen! Toen dit voorstel in de commissie werd besproken, hebben wij gecon stateerd dat dit direct niets te maken heeft met de kwestie van "St. Laurentius" en het plan-Groos- man. Dat er over één gebied wordt gesproken, is iets anders. Het ter tafel liggende voorstel is echter het gevolg van vertraging die is opgetre den doordat er bij de uitvoering van de verschil lende fasen andere inzichten zijn gaan gelden. Met het voorstel probeert het college spoed te zetten achter een project waarvan de uitvoering onder an dere door het veranderde inzicht ten aanzien van de hotelbouw is vertraagd. Het college verwijst naar plannen waarover met de onderhandelingspart ners van destijds overeenstemming is bereikt. Ik noem in dit verband de bouw van etagewoningen in de tweede en de derde fase en ik begrijp de op merkingen van de heer Crul over woningnood dan ook niet. Ik beperk mij tot het terrein dat hier aan de orde is en ik houd mij niet bezig met de rest van het gebied, waarover de heer Crul heeft ge sproken en waarop het plan-Groosman betrekking heeft. Wij zijn van mening dat b. en w. met het ter tafel liggende voorstel proberen de uitvoering van de plannen, die vertraging heeft ondergaan, in een stroomversnelling te krijgen. Mijns inziens kan men gemaakte afspraken niet afbreken zonder dat daar een bijzondere reden voor is. Wethouder VAN GRAAFEILANDEnkele van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 674