19 JANUARI 1976 67 pij leeft, maar dat te dien aanzien aan de burgerij het een en ander moet worden duidelijk gemaakt. Het scharenproject is in dit verband een eminent voor beeld. De bedragen die daaraan zijn besteed zijn in derdaad weggegooid geld, doch alleen omdat hetgeen de kunstenaar had gezien niet voor iedere burger van Breda duidelijk is geworden. Dit zou wèl zijn gebeurd als het project was geplaatst op de plaats waarvoor het was bedoeld, zodat het een functie bin nen het maatschappelijk gebeuren had kunnen hebben. In dat geval zou namelijk met een creatieve vorm geving zijn aangegeven dat "de planners" het land in stukken knippen en hakken. Ik vind dat een zeer zinnige zaak. Ik wil geenszins de kunstenaar binden aan wat"de maatschappij"vindtmaar ik vind wèl dat hij in competitie daarmee als een soort contrapunt een relatie moet leggen. Dat is onze bedoeling maar daarover staat niets in de voorgestelde regeling van de commissie. Het amendement is een poging van ons om daar verandering in te brengen. Als ons amende ment wordt afgewezen, zullen wij zoals men zal be grijpen de thans voorgestelde regeling afwijzen. Tot slot iets over de subsidie voor restaura ties. Wij hebben er reeds op gewezen dat wij dit een miniem bedrag vinden, maar het is in ieder ge val een begin. In afwachting van de toekomstige no ta inzake het monumentenbeleid zullen wij dan ook met de regeling meegaan. Aan de ambtelijke commis sie zou ik het volgende nog ter overweging willen meegeven. Met betrekking tot het doorverkopen door particulieren heeft de heer Sandberg naar de tot standkoming van een rijksregeling verwezen, in welk verband ik het met hem eens ben. Aan de andere kant wordt er voor dit doel ook geld uit de gemeentekas besteed, zodat ook wij ons standpunt in dezen moe ten kunnen bepalen. In het bijzonder heb ik er moeite mee ik hoop dat dat inderdaad ook op lan delijk niveau aan de orde zal komen dat het straks wellicht mogelijk wordt met onze gemeenschapsgelden speculatiewinst bij het doorverkopen van gerestau-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 67