683 22 APRIL 1976 en de derde fase. Het lijkt mij dan ook verstan dig dit agendapunt niet tot de volgende maand aan te houden De heer BECKERS: De wethouder stoelt zijn weigering om dit punt een maand aan te houden op de overweging dat uitstel financiële consequenties heeft. Misschien kan hij dat punt even concreti seren. Wethouder VAN GRAAFEILANDIk heb gezegd "zou kunnen". De VOORZITTER: De discussie is hiermee beëindigd. De heer JONGENEEL: Ik wil u, als voorzitter van de raad, een dringende vraag stellen. Naar ik meen heb ik in verband met het bedrag van 15.000,een duidelijke vraag gesteld. Ik zou u, als voorzitter van de raad, dringend willen verzoeken te bevorderen dat de wethouder antwoord geeft op vragen die een raadslid stelt. De VOORZITTER: Dat gebeurt altijd. De heer JONGENEEL: Die vraag is niet beant woord De VOORZITTER: De vragen worden altijd be antwoord Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik meen die vraag wèl te hebben beantwoord. Er wordt bij deze over eenkomst inderdaad een bedrag van 15.000,aan rente, dat in eerste instantie was verlangd, niet gevraagd. De heer CRUL: Ik heb de indruk dat er geen meerderheid te vinden is die via de weg van de beraadslagingen over dit voorstel de beslissing wil aanhouden. Onder verwijzing naar de discussie van zojuist zou ik het ordevoorstel willen doen dit punt van de agenda af te voeren. Voor dit voorstel heb ik de volgende argumenten. In verband

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 683