689 22 APRIL 1976 de orde. De heer KOERTSHUIS: Ik zou niet zo zeer over de begroting zelf willen spreken maar enkele kant tekeningen bij het voorzieningenpeil willen maken. Het is en blijft een feit dat het voorzieningen- peil op het woonwagencentrum onvoldoende is. Ver beteringen van dat peil hangen af van renovatie en renovatie hangt af van decentralisatie. Dit is naar ik meen ongeveer het antwoord van het college op een schriftelijke vraag die on langs door de heer Jongeneel is gesteld. Hoewel ik het hiermee eens ben, wil ik er twee belang rijke kanttekeningen bij maken. Op de eerste plaats zou ik een uitzondering voor twee zeer urgente punten willen maken en op de tweede plaats zou ik op de nodige snelheid bij de decentralisatie wil len aandringen. De urgente punten waarvoor ik ex tra aandacht wil vragen zijn: de waterleiding en de brandveiligheid. De waterleiding op het kamp is zeer onvol doende. Het vergt een zekere investering om tot vernieuwing over te gaan. In 1971 heb ik deze kwestie in schriftelijke vragen aan de orde ge steld, maar sindsdien is er niets veranderd. De waterleiding is voor het centrum naar ik meen een zó belangrijke voorziening, dat mijns inziens on afhankelijk van de decentralisatie en de renova tie een nieuwe waterleiding moet worden aangelegd. Ook voorzieningen op het gebied van de brandveiligheid kunnen mijns inziens niet wachten totdat er een algeheel renovatieplan op tafel komt. Op het overloopkamp is geen enkele brand preventievoorziening aanwezig. Afgezien van deze twee urgente punten moet mij van het hart dat ik de indruk heb dat de af gelopen jaren toch is getracht de verslechtering van het kamp af te remmen. In dit verband kan ik als voorbeeld noemen dat er geen vee meer los loopt, dat het aantal sloopauto's veel lager is geworden en dat de vaste woonketen die in de loop

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 689