705 22 APRIL 1976 en de ouders hebben geen zekerheid. Het zou erg gunstig zijn wanneer de ouders op een opti male wijze werden begeleid en zelf ook aan de verplaatsing van de school konden meewerken, wan neer de ouders konden inspreken over de op de nieuwe plaats noodzakelijke voorzieningen om ook de oudere leerlingen die nu al op de school zit ten optimaal te kunnen herbergen. Dan nog enkele concrete vragen wat het voor stel zelf betreft. Wanneer en waar gaan het kleu ter- en het lager onderwijs in Princenhage-Cen- trum nu precies draaien? Is er een garantie dat de noodvoorziening op tijd klaar zal zijn? Is het verder zo wij hebben dat in de commissie half en half begrepen dat het college niet met plannen voor de vestiging van de definitieve com plexen komt zolang daar niet optimaal over inge sproken is? De heer Gielen heeft zoëven ook al wat ongerustheid vanuit Princenhage geëtaleerd in de richting van bijvoorbeeld het Parochiehuis en het mag natuurlijk nooit voorkomen dat bepaalde voorzieningen plotseling verdwenen zijn omdat er te zijner tijd een nieuwe school gaat komen. Wat dat betreft schiet mij iedere keer weer het voor beeld van Het Ei in gedachten, dat toch ook wel erg vroeg werd gesloten voordat de nieuwe plan nen werden gerealiseerd. Het voorstel zelf wordt door onze fracties dus behoorlijk positief ontvangen, tenminste wan neer de ouders die nu kinderen op de school heb ben zitten alsmede de wijk zelf te zijner tijd bij de definitieve vestiging voldoende inspraak krijgen. De voorgeschiedenis van het gehele plan geeft ons daarnaast toch ook aanleiding tot het maken van een aantal opmerkingen. In de eerste plaats is de ontwikkeling van het openbaar onder wijs naar onze mening een groeiende aangelegen heid. De belangstelling voor het openbaar onder wijs wordt de laatste jaren steeds groter en zij groeit sterker dan men in het verleden had voor speld. Het is de vraag of wij daar in het verleden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 705