22 APRIL 1976 708 Oj een bepaalde school hebben laten vallen moei lijkheden veroorzaken. Ik vind dat altijd een wat moeilijk punt, ook in de besprekingen die wij daarover moeten voeren en in de beslissingen die wij in dat opzicht moeten nemen. Het is een onver mijdelijk gegeven dat er bij de spreiding van het onderwijs altijd randverschijnselen zijn, waarbij iets vanuit het gezichtspunt van de mensen eigen lijk beter zou zijn, maar in het kader van het onderwijsbeleid moeten wij rekening houden met de mogelijkheden, met de wettelijke bepalingen etc. en kunnen wij niet aan alle wensen tegemoet ko men. In de vergadering van de ouders, waarbij de leerkrachten, de oudercommissie en het hoofd van de school aanwezig waren, is dit punt aan de orde geweest en is de bereidheid uitgesproken om met de oudèrcommissie na te gaan op welke wijze de mogelijkheden optimaal kunnen worden benut. U zult begrijpen dat de eventuele realisering van dit geheel mede afhankelijk is van de onderwijs krachten, die daarin moeten meefunctioneren. Ik wil u graag toezeggen dat mijnerzijds aan dat punt aandacht zal worden geschonken. Om misverstanden te voorkomen wil ik nog iets over de kwestie van het continurooster zeggen. Ik heb daar een tijd geleden met de hoofden van de scholen voor open baar onderwijs over gesproken en die actie is be kend. Ik heb er met de hoofden over gesproken om dat het natuurlijk toch een vraagstuk is de heer Welschen heeft er al op gewezen waarbij het schoolteam wordt betrokken. Ik heb de kwestie aangekaart om er hun oordeel over te verkrijgen, maar ik heb niet de indruk dat het op dit moment door de leerkrachten zo bijzonder positief wordt beoordeeld. Er is een aantal praktische bezwaren naar voren gebracht en ik meen dat deze aangele genheid niet moet worden geforceerd. Het vraag stuk van het continurooster staat wel in mijn voortdurende belangstelling, maar ik moet u zeggen dat ik uit het eerste contact met de schoolhoofden enigszins de indruk heb gekregen dat een en ander

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 708