721 22 APRIL 1976 Ik meen hiermede de vragenstellers in tweede in stantie te hebben beantwoord. De heer GIELEN: Misschien wil de heer Van Graafeiland nog wel iets zeggen. De VOORZITTER: Ik heb mij zo in het onderwijs verdiept dat ik mijn collega van jeugd, sport en recreatie gewoon oversla. Mijn excuses daarvoor. Wethouder VAN GRAAFEILAND; Zo te horen zit de voorzitter helemaal niet zo met dat onderwijs, maar goed. De heer Gielen heeft nog een vraag over de gemeenschapsaccommodatie gesteld. Ik wil hem verwijzen naar de desbetreffende alinea in het raadsvoorstel. Het is duidelijk dat de sportaccom modatie deel uitmaakt van de voorziening die in het kader van het onderwijs wordt getroffen. Met een "topje" om de aangelegenheid ook in recreatief opzicht voor de wijk geschikt te maken realiseren wij op die manier voor een luttel bedrag een bij zonder goede voorziening. Dat ligt wat anders voor de gemeenschapsac commodatie, dat heeft de heer Gielen goed gezien. Twee dingen zijn daar nog onzeker: in de eerste plaats is het programma van eisen nog niet afge rond en in de tweede plaats is het onzeker of en zo ja, in welke mate die gemeenschapsvoorziening op dezelfde plaats zal kunnen worden gesitueerd. Dat hangt af van het concept van het gehele school gebouw plus sporthal. Het is wel duidelijk dat, voor zover er gemeenschappelijke ruimten in het onderwijspakket worden meegenomen, die ook zoveel mogelijk ter beschikking van de wijk zullen staan, Nog één opmerking. Natuurlijk moet er reke ning worden gehouden met een termijn waarop het Patronaatsgebouw noodzakelijkerwijze zal moeten worden gesloopt omdat wij anders niet meer voor uit kunnen, maar het is nog niet zeker dat de ge meenschapsvoorziening op hetzelfde moment gereed is. Aan de andere kant zijn mijn contacten met de inwoners van Princenhage van dien aard, dat ik het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 721