22 APRIL 1976 724 Hier is sprake van een heel goed beleid dat de ge meente niets kost. Alle kosten van het veranderen van het bestemmingsplan worden door de betrokkene betaald, er zijn geen bezwaren tegen ingediend en ik vind het bijzonder verstandig om waar mogelijk in te spelen op de behoeften van het individu. De heer BECKERS: De liberale visie van de heer Van Graafeiland op deze kwestie is zó duide lijk dat het mij niet zinvol lijkt daar verder over te discussiëren. Ik zou graag willen dat over dit voorstel wordt gestemd. De heer TEN WOLDE: Ik had zojuist niet in de gaten dat u de eerste instantie afrondde, want ik meen dat u dat niet hebt gezegd. De VOORZITTER: Wilt u nog in twee instanties spreken? De heer TEN WOLDE: Waarschijnlijk heb ik aan één instantie genoeg. In de commissie ruimtelijke ordening is destijds een verzoek tot een bestem mingsplanwijziging afgewezen op grond van de me dedeling van de wethouderdat een particulier verzoek niet altijd kan worden beloond. Dit "al tijd" werd toen in die zin vertaald,dat het teveel werk voor het ambtenarenapparaat met zich zou brengen. Nu blijkt in dit voorstel dat het wel degelijk mogelijk is dat naar aanleiding van een particulier verzoek een bestemmingsplanwijziging plaatsvindt en ik behoud mij dan ook het recht voor in de commissie ruimtelijke ordening op en kele punten met betrekking tot gedane voorstellen en genomen beslissingen terug te komen. De VOORZITTER: Dat recht kan ik u niet ont zeggen. Ik meen dat de heer Beckers om stemming heeft verzocht. De heer BECKERS: Ik wil graag stemming, maar ik heb geen behoefte aan het afleggen van een stemverklaring. Een en ander is al duidelijk ge worden uit mijn korte inleiding in eerste instan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 724