727 22 APRIL 1976
De heer BECKERS: Ik heb een voorstel van or
de om dit punt even tot asmaandag aan te hou
den, want ik vrees dat het in deze vergadering
niet erg adequaat kan worden besproken. Er is een
groot aantal agendapunten dat betrekking heeft op
de portefeuille van wethouder Van Graafeiland.
Misschien kunnen wij die voor laten gaan en dit
punt reserveren tot a.s. maandag, in de verwach
ting dat de heer Van Dun dan weer aanwezig is.
De VOORZITTER: Zullen wij eerst maar eens
kijken of dit punt al dan niet adequaat kan worden
behandeld?
De heer BECKERS: Ik hoop dat wij het redden,
ook wat de tijd betreft. Het is namelijk een vrij
uitgebreid en belangrijk punt. Als u dan van me
ning bent dat het punt nu aan de orde moet komen,
zou ik mij willen concentreren op twee belangrijke
aspecten na alles wat in de commissie en in deze
raad in het verleden al over deze aangelegenheid
naar voren is gebracht. In de eerste plaats is er
de algehele bestemming van dit bijna laatste open
stuk van IJpelaar en in de tweede plaats zou ik
iets over de concrete inrichting willen zeggen.
Allereerst dus de algehele bestemming zoals
die door het college aan de raad wordt voorge
steld. De heer Van Dun heeft op 5 februari j.l.
opgemerkt dat IJpelaar ook recht op sociale wo
ningbouw heeft, hetgeen mij een juist en zeer ple
zierig uitgangspunt lijkt om vanavond over te pra
ten. Het verbaast ons overigens wel dat het colle
ge, ondanks de lange lijst van bijna 3000 woning
zoekenden per 1 maart 1976, aan dit deel van IJpe
laar toch niet de bestemming sociale woningbouw
heeft gegeven. Hoewel de wethouder zegt dat socia
le woningbouw voor dit college prioriteit heeft is
het college er niet in geslaagd dat met concrete
daden te bewijzen. Wij blijven derhalve bij onze
stelling dat het college op dit belangrijke punt
van beleid tot dusverre heeft gefaald. De cijfers
wijzen het uit. De vorige malen door het college