22 APRIL 1976
728
genoemde voorbeelden van sociale woningbouw zijn
slechts gedeeltelijk reëel. De Roeselaerestraat is
genoemd en dat is een geval van hoogbouw, waar on
der protest mee is begonnen. Wat de Leuvenaar
straat-Middellaan betreft hebben wij vanavond al
begrepen dat er van sociale woningbouw voorlopig
geen sprake kan zijn, gezien de hoge huurprijzen
ter plaatse en de uitbreiding van Gerardus Majel-
la laat nog geruime tijd op zich wachten. Tegelij
kertijd zijn er door de meerderheid van deze raad
in de afgelopen periode allerlei bestemmingsplan
wijzigingen en grondverkopen goedgekeurd, die
voornamelijk aan de vrije sector ten goede komen.
Dat was in het verleden anders. Tussen 1945 en
1974 zijn in Breda 25.000 woningen gebouwd; daar
van was de helft woningwetbouw en daarvan weer de
helft hoogbouw. In 1970 werden 1500 woningen ge
bouwd, waarvan zich nog steeds de helft in de wo
ningwetsector bevond, maar sindsdien is de woning
wetbouw niet alleen in percentages maar ook in
absolute getallen sterk gedaald. In 1974 kwa
men er 1165 woningen in Breda gereed, waarvan 455
woningwetwoningen ofwel 39%. In 1975 het eerste
volle jaar van dit college werden 1120 woningen
gebouwd, waarvan er 381 in de woningwetsector la
gen ofwel 34%.
De heer VAN ASSELDONK: Dat is dan toch een
bevestiging dat het met het kabinet-Den Uyl niet
zo goed gaat!
De heer BECKERSIk meen dat het niet het ka
binet-Den Uyl is doch het college en de meerder
heid van de raad, die stelselmatig alle open stuk
ken die in Breda nog vacant zijn bestemmen voor
niet-sociale woningbouw. Op het ogenblik zijn er
volgens de cijfers van de sociografische dienst
514 woningen in aanbouw, waarvan zegge en schrijve
12 in de woningwetsector oftewel 2%. Er zijn ech
ter 3000 ingeschrevenen voor een goede, betaalbare
woningwetwoning en deze groep is grotendeels af
hankelijk van het contingent in de woningwetsector.