731
22 APRIL 1976
treft zijn wij het gelukkig met elkaar eens en
zal de motie straks met een overweldigende meer
derheid worden aangenomen.
De heer TEN WOLDE: Nog een korte interruptie
mijnerzijds. Kortgeleden heb ik gelezen dat in de
discussie binnen de landelijke P.v.d.A. heel dui
delijk naar voren is gekomen, dat men zelf een
verschuiving van de sociale woningbouw naar de
premiewoningbouw constateert.
De heer BECKERS: Ik zou u nu een eerste mo
tie willen aanbieden, waarin wij het een en ander
vastleggen over het gevoerde beleid en een plei
dooi houden voor een meerjarenplan op het gebied
van de sociale woningbouw. De motie luidt als
volgt:
De raad van de gemeente Breda, in vergadering
bijeen op 22 april 1976,
overwegende dat in Breda ongeveer 3000 wo
ningzoekenden zijn ingeschreven, die groten
deels zijn aangewezen op sociale woningbouw,
tot zijn spijt constaterend, dat de nieuw
bouw van woningwetwoningen de laatste jaren
relatief is afgenomen en sterk achterblijft
bij de vraag,
dringt er bij het college van burgemeester
en wethouders op aan om in overleg met alle
belanghebbenden een Meerjarenplan Sociale
Woningbouw op te stellen en dit ter beoorde
ling aan de raad voor te leggen op zeer kor
te termijn, en gaat over tot de orde van de
dag
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie
van de heer Beckers mede onderwerp van de beraad
slagingen uit.
De heer BECKERS: Mijn concrete verzoek aan
u is dit voorstel terug te nemen, opnieuw het
overleg met de woningbouwverenigingen te openen
en te bezien of het niet mogelijk is op dit