737
22 APRIL 1976
bouwen waardoor inderdaad betaalbare woningen
vrijkomen. Daar gaat het uiteindelijk om; dat zijn
de cijfers die op dit moment moeten worden inge
vuld en dat kan ook met het beleid van dit colle
ge worden bereikt. De heer Oomen is van mening dat
het desbetreffende aantal om invulling vraagt en
dat de methodiek, die men in de totale woningbouw
hanteert, een kwestie van lange termijn is waarop
men kwalitatief zal moeten inspelen ten aanzien
van wensen die in de toekomst in de woningbouw
gaan spelen. Dat vind ik beleid. Hetgeen de linkse
fracties naar voren brengen met betrekking tot de
huidige behoefte is op zich een juiste constate
ring in die zin, dat het kwantitatief geldt voor
de mensen die een woning zoeken. Dit zal door
middel van een totaal beleid moeten worden opge
lost, maar niet door de woningbouw op korte ter
mijn op de dagelijkse behoefte af te stemmen. Het
gaat duidelijk om een lange termijn-visie.
Uit mijn betoog blijkt dat ik het met het on
derhavige voorstel van harte eens ben. Wat de wo-
ningbouwfunctie en de percentages betreft zou ik
naar de laatste raadsvergadering willen verwijzen,
waar dezelfde discussie over het percentage van
de sociale woningbouw heeft plaatsgevonden. Ik
meen dat daar voldoende duidelijkheid over bestaat
en ik zou zelfs willen voorkomen dat wethouder
Van Graafeiland de cijfers nog eens op tafel moet
leggen.
Tot slot nog twee korte opmerkingen. Er be
vindt zich een vaagheid op bladzijde 2 van uw
voorstel, waar staat: "Zo nodig zou dan uit het
oogpunt van verkeersveiligheid de ontsluiting van
de Aldeborgstraat kunnen geschieden". Ik wil u
nogmaals vragen daar grote aandacht aan te beste
den, gezien de mogelijke verkeersonveiligheid die
hier in het geding is.
Het tweede punt betreft bladzijde 3, waar
staat: "De mogelijkheid tot het plaatsen van een
aantal speelelementen is aanwezig". Dat is mede
een verzoek van de S.T.A.R. en ik vind het antwoord