741 22 APRIL 1976 wij zo snel mogelijk met de invulling van dit be stemmingsplan gaan beginnen. De heer BECKERS: De heer Van Duijl noemt dit een overtrokken zaak, maar ik geloof dat het con crete bestemmingsplan gezien moet worden tegen de veel bredere achtergrond die ik u reeds heb ge schetst, inhoudend dat het college keer op keer prioriteit blijft geven aan andere dingen dan het in zijn programma heeft toegezegd. Zelfs de V.V.D heeft in haar programma de heer Oomen heeft mij daar zojuist op gewezen geformuleerd dat bij de volkshuisvesting kwaliteitsverbetering primair staat en dat de behoefte aan goedkope wo ningen speciale zorg vereist. Het staat er wat vaag, maar het is in ieder geval veel duidelijker dan hetgeen vanavond door de V.V.D. naar voren wordt gebracht. Ik vind dit een tragische consta tering en ik vind het heel jammer dat er met name van de kant van het C.D.A. geen mogelijkheid is om hier nu eens serieus aan te gaan werken. Ik heb noch van de heer Van Duijl noch van wethouder Van Graafeiland bevredigende antwoorden gekregen op mijn zeer concrete vragen. De heren hebben mij niet kunnen overtuigen van het feit, dat hier in derdaad niet van een grote achterstand en een fa lend beleid kan worden gesproken. Als de heer Van Duijl bijvoorbeeld over de doorstroming spreekt.. De heer VAN DUIJL: Nu de heer Beckers dan toch aan de beurt is, zou ik hem eindelijk wel eens de positieve vraag willen stellen wanneer zijn fracties stoppen met het veroorzaken van ver tragingen ten aanzien van de Haagse Beemden, want daar kunnen wij juist dat woningbouwprogramma re aliseren waar de heer Beckers zo graag en zo vlot over spreekt. De VOORZITTER: Ik denk dat ik faal als voor zitter, want ik heb al enige tijd het gevoel dat wij op alle mogelijke wijzen buiten de orde van de vergadering zijn. Wij beperken ons niet tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 741