745 22 APRIL 1976 laatste jaren relatief is afgenomen. Dat zou op een gegeven moment waar kunnen zijn, maar ik heb zoëven al drie plannen genoemd waar juist sociale woningbouw gerealiseerd gaat: worden. Het zou best wel eens kunnen zijn dat de sociale woningbouw in de toekomst gaat toenemen en op grond daarvan zien wij geen mogelijkheid om deze motie te ondersteun nen. De heer TEN WOLDE: Met betrekking tot het totale plan moeten wij heel nadrukkelijk consta teren dat de Stedebouwkundige Adviesraad een zeer positief advies heeft uitgebracht, waarbij enkele detailopmerkingen zijn gemaakt. Nu ligt er einde lijk een voorstel ten aanzien waarvan de St.A.R, duidelijk positief adviseert, maar de linkse frac ties slaan dit advies in de wind terwijl zij er in de vorige raadsvergadering juist op hebben ge wezen dat de adviezen van commissies de beste toetssteen voor de raad zijn. Hier is met een voorbeeld aangegeven hoe wij vinden dat het niet zou moeten. Met betrekking tot de motie moeten wij als V.V.D.-fractie zonder meer constateren dat zij volledig buiten de orde is en dat zij inhoudelijk geen relaties met het onderhavige voorstel heeft. De heer OOMEN: Ik begrijp iets niet, maar misschien kan de heer Van Duijl mij dat uitleggen. Hij heeft via diverse interrupties getracht duide lijk te maken De heer VAN DUIJL: Ik heb slechts één keer geïnterrumpeerd De heer OOMEN: Ik zal mijn telraam voortaan meenemen. Hij zegt dat de "linkse jongens" telkens over de sociale woningbouw beginnen te "emmeren" en ik kan mij voorstellen dat dit niet voor ieder een even gemakkelijk is. Wij houden ons daar blijkbaar meer mee bezig dan de heer Van Duijl en wij stellen ook voor deze kwestie in een meerjaren planning op te nemen. Dan kan men alles op zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 745