19 JANUARI 1976
75
constateren dat mijn conclusie juist is geweest en
dat de besluitvorming erg moeilijk is. Mensen maken
echter fouten, ook u en ik, dus dat is niet zo erg.
U begrijpt dat wij tegen het fonds artistieke wer
ken wèl bezwaar hebben.
De VOORZITTER: Is dat zo? Zou ik dan tenslotte
mogen concluderen zonder enig leedvermaak en zon
der moeilijkheden dat dit voorstel wordt aange
nomen met de stemmen van de federatie van de frac
ties van P.v.d.A. en P.P.R. tegen?
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over
eenkomstig het voorstel BIJLAGE II bij bijlage nr.
5 besloten onder aantekening dat de heren Jonge-
neel, Kaarsemaker en Houben, mevrouw Paulussen, de
heer Crul, mevrouw Stutterheim-Edeling, de heren
Brummelkamp, Beckers, Welschen, Oomen, Hendriksen,
Martens en Dreef geacht willen worden te hebben te
gengestemd
8. bijlage nr. 6
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET
BETREKKING TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING IN
DE ORGANISATIE VAN EEN TAPTOE IN BREDA. (M)
Tevens zijn hierbij aan de orde de volgende in
gekomen stukken
C.d. Afschrift van brief van Actiecentrum Bre
da aan minister Vredeling waarin de komst
van de Taptoe naar Breda wordt afgewezen.
C.e. Afschrift van brief van de ledenvergade
ring P.v.d.A.-afdeling Breda aan minister
Vredeling waarin de komst van de Taptoe
naar Breda wordt afgewezen.
C.fBrief Stichting "Taptoe Exbando" Ooster
hout d.d. 3 januari 1976, waarin bezorgd
heid wordt uitgesproken over toekomst
"Taptoe Exbando" als "Taptoe-Breda" door
gang vindt.