26 APRIL 1976 767 terugkom, Men vindt een en ander in punt 2.1 van de nota en in de additionele raming die in maart is behandeld. De uitgangspunten zijn bepaald en op dit ogenblik zeg ik? daarmee is het nu uit. Ik zal trachten de nota op de voet te volgen en de diverse opmerkingen hoofdstuksgewijs aan de orde te stellen. Beginnend met de kaft meen ik dat de heer Van Banning een zeer goede opmerking over de symboliek op de foto heeft gemaakt. Als men over werkgelegenheidsbeleid spreekt, heeft men het inderdaad niet over beleid op korte termijn. Wat wij vandaag doen heeft morgen in symbolische zin grote effecten. Als de raad onderkent dat hier een tamelijk belangrijk stuk aan de orde is, kan ik zeggen dat dit ook inderdaad het geval is en dat wij hier dingen doen die voor de toekomst van on ze kinderen van groot belang zijn. De heren Dreef, Suurmeijer en Van Banning zijn alle op de werkgelegenheidssituatie ingegaan. Ik betreur het bijzonder dat de heer Dreef, on danks alle goede bedoelingen en ondanks al het ge schrijf van de sociografische dienst en het bureau economische zaken met betrekking tot de vraag wat er in de secundaire sector allemaal mogelijk en onmogelijk is, toch op deze wijze de indruk ves tigt dat wij qua taakstelling de secundaire sector zouden verwaarlozen. Niets is minder waar. Ik heb de indruk dat de linkse fracties in dit opzicht hardhorend of doof zijn. De heer Dreef zou ik ex pliciet willen verwijzen naar de taakstelling die wij in de nota '"additionele raming" hebben geko zen, Deze taakstelling ligt boven het trendmatige beeld dat wij uit de ontwikkeling die thans gaande isf kunnen opmaken. Ik verwijs in dezen naar blz. 31 van de nota van de sociografische dienst. De heer Van Banning heeft volkomen terecht opgemerkt dat de tertiaire sector een onderdeel van het ge hele werkgelegenheidsbeleid vormt. Het werkgele genheidsbeleid kent in alle sectoren de gehele beroepsbevolking als basis. Dit geldt zowel voor de tertaire als voor de secundaire sector en ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 767