792
26 APRIL 1976
bijzonder betreuren als men dit voorstel van het
college niet zou willen volgen. Dit is de verant-
woordelijkheid van de linkse fracties zelf; wij
voelen, gegeven de nota, een iets andere verant^
woordelijkheid. Ik moge er overigens op wijzen
dat er nu in Breda inzake de dienstensector r--- en
in het bijzonder met betrekking tot het onderdeel
kantoren daarvan voor het eerst door de raa,d
principieel een standpunt wordt bepaald waarbij
gebieden duidelijk de bestemming kantoorterrein
krijgen. Ik meen dat dit op zichzelf geen klei--
nigheid is.
De VOORZITTER; Wij staan thans voor de be-
sluitvorming; ik nodig u daartoe uit,
De heer DREEF; Er is zojuist even iets mis
gegaan. In eerste termijn had ik al aangekondigd
dat er een motie en een amendement zouden worden
ingediend, maar in tweede termijn heb ik dat he-
laas niet gedaan. Ik zou willen vragen of er op
het ogenblik nog de gelegenheid toe bestaat de
motie en het amendement in te dienen.
De heer VISSER: Daar kan niet meer over wor
den gediscussieerd!
De VOORZITTER: Het is erg jammer dat u dat op
deze wijze hebt gedaan. Ik ben bereid iedere min
derheid volledig aan haar trekken te laten komen
en er misschien zelfs extra aandacht aan te schen
ken. Vanuit die optiek vind ik dat u de motie
zoudt kunnen indienen, maar dan moet daar natuur
lijk wel een oordeel ovey kunnen worden gegeven.
Betreft het een motie?
De heer DREEF: Een motie en een amendement
op het concept-besluit
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik zou u wil
len vragen deze stukken met het oog op de vergis
sing die is begaan, toch nog in behandeling te
nemen. Hebt u daar geen bezwaar tegen?