26 APRIL 1976
793
De heer VAN BANNING: Ik heb daar geen bezwaar
tegen, maar als de fracties van P.v.d.A. en P.P.R.
denken het ei van Columbus te hebben gevonden en
over een oplossing voor de problematiek van de
werkgelegenheid te beschikken, zou ik hun willen
vragen een stuk te produceren dit bij de B.R.I.M.
en de commissie economische zaken in te dienen. De
motie mag wat mij betreft worden ingediend, maar
ik moet eerlijk zeggen dat ik het gevoel heb dat
ik haar toch niet kan ondersteunen.
De VOORZITTER*t Dat weet ik nog niet. Ik con
stateer dat de raad er geen bezwaar tegen heeft
dat de heer Dreef de motie en het amendement in
dient. Ik verzoek hem derhalve dit te doen.
De heer Dreef dient vervolgens een motie en
een amendement in.
De motie luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Breda, in vergade
ring bijeen op 26 april 1976,
gehoord de discussie over de nota kantooront
wikkeling in Breda tot 1987,
overwegende dat
T- de werkgelegenheidsnota van 22 oktober
1973 na de recente en landelijke en lo
kale ontwikkeling opnieuw op zijn waar
de getoetst dient te worden,
- de werkgelegenheidsnota 22 oktober 1973
de nota werkterreinen 1975-1987, de
kantorennota en de nota knelpunten werk
gelegenheid in samenhang besproken die
nen te worden,
- de voornaamste nota's na discussie in
de raad elementen kunnen worden voor
een door de volledige raad onderschre
ven up-to-date beleidsnota werkgelegen
heid,
verzoekt het college bovengenoemde nota's in
een extra raadsvergadering over werkgelegen
heid ter sprake te brengen