798 26 APRIL 1976 kamp vóór 1974 vrij veel bezwaren tegen het in- stellen van commissies ex artikel 62 rezen. De drie C.D.A.-partijen waren destijds niet zo erg geporteerd voor dergelijke middelen die invloed uitoefenen op de besluitvorming, ook al was er zo- als nu nog geen sprake van een volledige partici— patie. Ik zal deze bezwaren nu niet meer noemen. Zij waren stellig niet alleen het gevolg van het feit dat de linkse partijen wèl in hoge mate vóór de instelling van dergelijke commissies waren. Wij zijn in dit opzicht door deze partijen wel grondig bekeerd. Zelfs zijn wij, zo heb ik gemerkt, in dit verband veel progressiever geworden dan de progressieven, maar dat past in de regel bij be- keerlingenl Ik verwijs in dit verband naar ons gemeenteprogramma. Wij hebben in C.D.A,-verband thans geen bezwaar meer tegen de artikelen 61 t/m 63 van de gemeentewet. Met klem moet er echter op worden gewezen dat het C.D.A.-Breda, gelet op de situatie waarin onze raad in de zittingsperiode '74/'78 verkeert, in het algemeen enigszins hui verig is voor een uitbreiding van onze raadscom missie met niet-raadsledenDat het college gead viseerd wenst te worden door deskundigen en be trokkenen buiten de raad om, ontmoet bij ons geen bezwaar. Het is ook voor ons raadsleden vaak een grote winst met lieden die geen raadsleden zijn van gedachten te wisselen over de vele bestuurs- problemen, te meer daar de geest van deze lieden vaak niet versluierd is door te grote politieke emotionaliteit. Wij gaan met het voorstel van het college mee, maar wij zijn van mening dat b. en w. met grote wijsheid de toekomstige adviezen van de nu in te stellen commissie ex artikel 62 zal moe ten beoordelen teneinde tot een goede besluitvorm- ming te komen. De heer HENDRIKSEN: Er is vanavond veel ge zegd over de samenhang in het beleid, maar dan voornamelijk gericht op de industriële sector. Aan mij de taak die samenhang enigszins door te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 798