19 JANUARI 1976
79
duidelijk wie de grote voorstanders van deze taptoe
zijn.
Er is natuurlijk niets tegen dat er activitei
ten worden ondernomen die wat leven in de Bredase
brouwerij brengen, maar ik wijs erop dat er reeds
zulke activiteiten zijn. In dit verband noem ik het
jazz-festival" dat internationale bekendheid geniet
en zeker tot de Breda-promotion bijdraagt. Voorts
noem ik "de Nacht van Breda", terwijl binnenkort
het carnavalsfeest weer zal worden gevierd. Ik meen
dat er voldoende feesten zijn en ik zie er niet
veel heil in daar nog eens een taptoegebeuren bij
te gaan organiseren.
Tijdens de algemene beschouwingen van 1974
heeft Piet Houben erop gewezen dat Breda een functie
zou kunnen hebben met betrekking tot het bewustwor
dingsproces op het gebied van de Derde Wereld; daar
op is opnieuw aangedrongen door Mart Jongeneel bij
de begrotingsbehandeling van 1975. Er is voor ge
pleit eens na te gaan op welke manier dit zou kun
nen worden georganiseerd en of er op dat gebied geen
prioriteiten zouden kunnen worden gesteld. Tot mijn
spijt moet ik constateren dat dit tot op heden niet
is gelukt, maar dat kennelijk wel tijd werd gevon
den om een taptoe van de grond te krijgen. Afgezien
van het geld daarop kom ik straks nog terug
vraag ik mij af hoeveel energie er niet tot nu toe
in de taptoe is gestoken. Er zijn commissievergade
ringen over gehouden, het ambtelijk apparaat zal er
besprekingen aan hebben gewijd, er wordt nu in de
raad over gesproken en er is in de fracties aandacht
aan besteed: een enorme hoeveelheid intellectuele
energie die voor andere doeleinden had kunnen worden
gebruikt. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de
onderwerpen die ik zojuist heb genoemd.
Vervolgens wil ik iets opmerken over een be
paalde solidariteit die men zou kunnen hebben. Ik
doel hiermee op de brief van de Stichting "Taptoe
Exbando" in Oosterhout, die mij wel heeft aangespro
ken. Er blijkt uit dat er reeds twintig jaar lang