26 APRIL 1976 805 discussie uitgemaakt. De inhoud is naar de mening van de V.V.D,-^fractie zó onbetekend, dat een ge mis aan discussie door ons niet als bezwaarlijk wordt gevoeld,. Ik wil bij dezen onze stem motive ren. Allereerst iets over het amendement. De nota is door ons altijd gezien als een belangrijk stu die, maar daarnaast als een instrument voor een zo adequaat mogelijk werkgelegenheidsbeleid. Der halve is het amendement naar onze mening overbo dig Over de motie het volgendeIn eerste ter mijn heeft de wethouder van economische zaken naar aanleiding van vragen, gesteld door de pro gressieven, gezegd dat de nota van 22 oktober 1973 reeds is geactualiseerd. Bij herhaling heeft de wethouder in raads- en commissievergaderingen betoogd dat op alle mogelijke gebieden de nota's zowel industriële nota's als de kantorennota regelmatig zullen worden geactualiseerd en te vens opnieuw in de commissie ter sprake zullen worden gebracht. Op grond van het voorafgaande hebben wij ook aan de motie geen behoefte. De heer VAN BANNING: Ik proef bij de progres sieven een zekere ongerustheid. Als zij de in het amendement genoemde tekst gaarne aan het besluit toegevoegd zouden zien zodat dit wordt aangevuld met de woorden "en de nota ook als een belangrij ke studie voor het werkgelegenheidsbeleid aan te wenden", dan heeft de C.D.A.-fractie daar geen moeite mee. Ik hoop dat wij daarmee een deel van de ongerustheid bij de progressieven kunnen weg nemen Anders is het gesteld met de motie. Met na druk is reeds gezegd dat er een voortdurende toetsing kan plaatsvinden en dat de materie onder werp van bespreking bij de behandeling van de be groting voor 1977 kan zijn. Het up-to-date zijn is op zichzelf al moeilijk: men is nooit up-to- date, want als men vandaag iets afrondt loopt men

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 805