26 APRIL 1976 809 TE GAAN TOT DE INSTELLING VAN EEN COMMISSIE EX ARTIKEL 62 VOOR CULTUUR EN TOT DE INSTEL LING VAN EEN COMMISSIE EX ARTIKEL 61 CULTU REEL CENTRUM DE BEYERD(SI De heer VAN ASSELDONK; Dat er j.l, donderdag reeds een kleine verandering van het voorstel in zake de beoogde instelling van de commissies ter tafel werd gebracht, waarderen wij positief. Tij dens de bespreking van de cultuurnota op 19 janu ari zei de wethouder, sprekende over diverse aan gelegenheden die nog nadere uitwerking behoefden: "Als de discussie daarover maar voortgang kan blijven vinden, is er geen sprake van dat alles moet blijven zoals het nu is, maar bestaat de be reidheid om in overleg met allen die daarvoor in teresseren, tot verbeteringen te komen." Het steeds weer bespreekbaar maken van de problematiek ge tuigt van wezenlijke bereidheid van het college om te trachten het nu op stapel staande experiment zo goed mogelijk van start te laten gaan. Ook in de toekomst, na eventuele aanvaarding van dit voor stel, zal het mogelijk moeten blijven steeds weer opnieuw met elkaar, hetzij in de huidige advies commissie, hetzij in de nieuw te vormen commissie, het wel en wee te bespreken, Dit zal naar mijn me ning een eerste vereiste zijn om te voorkomen dat wij met de nieuw te vormen cultuurcommissie ex ar tikel 62 in het drijfzand geraken en er uiteinde lijk een zeer onbevredigende om niet te zeggen: onaanvaardbare situatie ontstaat. Wethouder Sandberg zei tijdens de commissie vergadering van 31 maart j.l. in een soort slot woord na de gevoerde discussie dat hij het experi ment niet bij voorbaat het stempel geeft dat het wel zal mislukken. Namens mijn fractie wil ik dit onderschrijven. Ook wij hopen werkelijk dat men in de opzet zal slagen en dat de commissie aan de verwachtingen zal voldoen, Hoe goed het echter ook is dat het college voorstelt dit experiment te on dernemen, flinker zouden wij het nog vinden als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 809