812
26 APRIL 1976
rapport als laatste maar belangrijke voorwaarde
gestelde noodzaak om het functioneren van de
raadscommissie centraal te evalueren. "Centraal
evalueren" heb ik opgezocht; het betekent volgens
mijvan één punt uit het functioneren taxeren.
Denkt men daarbij aan het vertrekpunt of doelt
men op evaluatie door derden, bijvoorbeeld het
provinciaal opbouworgaan? Verwacht het college dat
het functioneren van de nieuwe commissie in de
commissie zelf kan worden besproken? Wat gaat het
college met deze in het PO.O.-rapport gestelde
voorwaarde doen?
Over de commissie ex artikel 61 voor de Bey-
erd kan ik kort zijn. Ik wijs erop dat deze be
stuursvorm in de culturele sector niet nieuw is
en zelfs erg goed functioneert; als voorbeeld noem
ik de commissie ex artikel 61 voor de openbare bi
bliotheek. Dat deze bestuursvorm tot tevredenheid
wordt gehanteerd, wil echter nog niet zeggen dat
hij ook voor het cultureel centrum de Beyerd de
j/uiste is. Toch moeten wij eerlijk erkennen dat
juist de positieve resultaten van de zojuist ge
noemde bestuurscommissie voor de openbare bibli
otheek bij ons vele twijfels hebben weggenomen,
zodat wij ook dit experiment het voordeel van de
twijfel gunnen. De taakstelling heeft een veel
bredere basis, maar ook hier zal het met mensen
die de zaak enthousiast, actief en verstandig aan
pakken, moeten gelukken. Jaarlijkse begrotingen
en eventuele rapportages van deze commissie zullen
ook weer hier in de raad, na afweging tegen andere
aspecten, hun beslag moeten krijgen. Het grote
gevaar van de commissies ex artikel 61 is dat men
zijn eigen problemen het nijpendst zou kunnen vin
den en de problemen van andere in de cultuursec
tor ondergebrachte zaken zou kunnen onderschatten.
Het zal nodig zijn alle instellingen begrip bij
te brengen. Ook dat zal mogelijk moeten, blijven.
Tot slot zou ik namens mijn fractie een woord
van waardering willen richten tot de huidige
plaatsvervangend directeur en zijn medewerkers.