26 APRIL 1976 813 Mede door hun grote inzet en voortvarendheid zal de start van de nieuw te benoemen commissie ex artikel 61 gemakkelijker kunnen verlopen. Het cultureel centrum de Beyerd is bij hen uitge groeid tot een niet meer weg te denken instituut, toegankelijk voor alle groeperingen van de Breda se bevolking, ongeacht hun leeftijd: een verdien ste die hier wel eens mag worden gememoreerd. Wethouder SANDBERG; Evenals in januari zou ik kunnen beginnen met te zeggen dat aan dit voor stel vele jaren van discussie zijn voorafgegaan. Het voorstel komt niet uit de lucht vallen en er worden geen volstrekt nieuwe denkbeelden in geë taleerd, Ik meen te mogen opmerken dat het geënt is op vormen waarmee wij in Breda en ook elders ruimschoots ervaringen hebben opgedaan die erop zouden kunnen wijzen dat dit experiment zou kun nen slagen. Ik zeg dit met nadruk met de bekende "mits" erbijomdat hetgeen wij voorstellen be paald geen garantie in zich heeft dat het op de ze wijze zal slagen. Het is geen cultuurbeleid wat wij hier ten tonele voeren. Over het cultuur beleid hebben wij in januari al ruimschoots ge sproken. Vandaag spreken wij over de structuur waarin de uitgangspunten van het cultuurbeleid dat de raad in januari heeft vastgesteldin de praktijk kunnen worden gebracht. Met deze struc tuur wordt een voorwaarde vervuld op grond waar van wij tot welslagen zouden kunnen komen. Op zijn minst moet echter ook aan de voorwaarde wor den voldaan dat de raad bereid is op deze manier tot succes te komen. Dit experiment ik kom straks nog op dit woord terug moet in ieder geval een reële kans krijgen om te slagen. Naar aanleiding van de woorden van de heren Visser en Van Asseldonk wijs ik erop dat dit tevens inhoudt dat men de misschien politieke moed moet hebben om het experiment te beëindigen wanneer men gezamenlijk ik herhaal; gezamenlijk -- constateert dat het niet is geslaagd, dat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 813