26 APRIL 1976
815
meer van een uitbreiding van het aantal commis
sies sprake zal zijn. Voor een dergelijke uitbrei
ding bestaat overigens in de verschillende secto
ren van de cultuur bepaald wel belangstelling. De
directeur van de muziekschool heeft bijvoorbeeld
veel belangstelling voor deze bestuursvorm en
staat er positief tegenoverNochtans meen ik dat
wij de hand moeten houden aan wat er in de cul
tuurnota heeft gestaan en dat wij voorzichtigheid
moeten betrachten met betrekking tot het op zijn
kop zetten van deze hele sector en het onderwer
pen van tal van instituten aan een nieuwe be
stuursvorm, Mijns inziens zou het verstandig zijn
afspraken te maken over een zekere geleidelijk
heid, waarna een soort evaluatie tot stand kan
komen. Wij dienen in een later stadium gezamen
lijk vast te stellen of wij op de goede weg zijn
en als dit het geval is, moeten wij mijns inziens
in een vervolgfase, die zeker pas over twee jaar
zal zijn aangebroken, over een eventuele voort
zetting spreken.
Van de commissie ex artikel 62 zullen vol
gens het gewijzigde voorstel zes niet-raadsleden
deel uitmaken; oorspronkelijk was het de bedoe
ling dat er zeven niet-raadsleden zitting in de
commissie zouden hebben, In dit verband heeft de
heer Visser een vraag over de politieke belang
stelling gesteld. Ik geloof dat wij moeten trach
ten hiervoor burgers te vinden die willen, die
gemotiveerd zijn tot meedenken. Misschien moeten
wij hun enige opvoeding tot meedenken geven. In
ieder geval houdt het voorafgaande mijns inziens
in dat de betrokkenen enige politieke belangstel
ling hebben en dat zij zich nauw verbonden weten
of achten met verschillende vormen van cultuur.
Gedacht kan daarbij worden aan het amateurtoneel
leven f de amateurzang en tal van andere vormen
van cultuur die ik niet alle kan opnoemen. Wan
neer iemand zich daar werkelijk bij betrokken
voeltf kan men naar ik meen geen onderscheid ma
ken tussen adviseren op basis van deskundigheid