816
26 APRIL 1976
of vanuit emoties. Ik geloof dat ook deskundigheid
een bijzondere waarde krijgt wanneer men er de
emotie aan toevoegt. Als iemand zich met hart en
ziel aan een bepaalde sector van cultuur gebonden
weet, zal hij daar vanuit zijn deskundigheid een
goed advies over kunnen en willen geven. Ik ge~
loof dat hij er dan ook vanuit de emoties voor
openstaat kennis te nemen van andere meningen en
eventueel zijn eigen mening te herzien. Daarmee
ben ik terecht gekomen bij de ideale situatie
waarin een commissie zou kunnen functioneren.
Over de manier waarop de samenstelling van
de nieuwe commissies zal verlopen kan ik op dit
ogenblik nog geen uitsluitsel geven, Wij hebben in
dit verband over een adviesaanvrage bij de cultu~
rele raad al voorbereidende besprekingen gevoerd,
maar ik ben van mening dat eerst de raad een be^
sluit moet nemen. Wanneer de raad vanavond inder^
daad tot instelling van de commissies ex artikel
61 en ex artikel 62 besluit, zullen wij aan de
culturele raad advies vragen over de wijze waarop
de commissies moeten worden samengesteld, Daarbij
dient aandacht te worden besteed aan de criteria
die moeten worden gehanteerd en aan de selectie
die dient te worden toegepast, Men kan de vraag
stellen of men moet gaan adverteren of dat men
wellicht belangengroeperingen gericht moet gaan
aanschrijven. Zoals in het voorstel staat, zal een
zo evenwichtig mogelijke opbouw in vergelijking
met de Bredase samenleving moeten ontstaan, in
welk verband men kan vragen aan welke criteria dat
zal worden getoetst, Dit is, kortom, een moeilijke
problematiek waar wij bepaald nog niet uit zijn,
De commissies van advies en bijstand voor cultuur
en voor algemene zaken zijn naar ik meen de orga~
nen waarin dergelijke vraagstukken zouden kunnen
worden besproken.
De heer Visser heeft vervolgens het woord
"experiment" gebruikt, Ik zou erop willen wijzen
dat wij dit woord niet te gemakkelijk moeten nemen
maar dat wij er ook niet te zwaar aan moeten