26 APRIL 1976 829 in deze raad te komen is het juist van groot be lang dat er enige raadsleden van een dergelijke commissie deel uitmaken. Dit is overigens geen uitvinding van de gemeente Breda, maar een bepa ling die in de gemeentewet ten nauwste wordt om schreven De heer Hendriksen heeft over het gebrek aan informatie gesproken. Ik wijs erop dat er met be trekking tot de commissie ex artikel 62 geen a- parte procedures in het leven worden geroepen. Het betreft hier een volstrekt normale legale commissie van advies en bijstand, die volgens de zelfde procedures van informatie zal worden voor zien als de bestaande commissies van advies en bijstand. Overigens heeft de heer Hendriksen er varing in de commissie ex artikel 61 voor de bi bliotheek. Als hij zich beklaagt over het gebrek aan informatie en het functioneren in de commis sie ex artikel 61, moet ik erop wijzen dat ik juist de indruk heb dat men in de commissie zeer fundamenteel met elkaar discussieert op grond van door de directie aangedragen stukken die al leszins uitvoerig zijn. Vervolgens heeft de heer Hendriksen nogmaals zijn twijfels gememoreerd en heeft hij nogmaals om een pasklare oplossing gevraagd. Ik moet vast stellen dat ik niet over een pasklare oplossing beschik waardoor deze structuur zal kunnen wer ken. Ik heb één pasklare oplossing die alle twij fels wegneemt, namelijk de situatie houden zoals zij nu is, maar daarmee gaan wij voorbij aan al les wat er in de sector is gebeurd. Gezien de "Schets van een cultureel centrum", het rapport van de projectgroep en de discussies die onder meer in de culturele raad zijn gevoerd, kunnen wij niet ontkennen dat juist in de sector cul tuur de situatie er rijp voor is dat burgers die willen meedenken en meedoen, daartoe ook inder daad de gelegenheid krijgen. Met betrekking tot de evaluatie van de in te stellen commissies blijven de heer Hendriksen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 829