82 19 JANUARI 1976 De heer KAARSEMAKER: Wie weet! De heer VAN BANNING: Vol verwachting klopt mijn hart! In ieder geval dacht ik: zo zou het kun nen gaan en Laro, klaar is-t-ie! De situatie is evenwel anders, zodat ik wat dieper op de zaak wil ingaan. Ik heb in de kerstpe riode naar de televisie gekeken. Mijnheer de voorzitter. Als u het mij veroor looft moet ik hier een zijsprongetje maken. Door één van mijn collegae ben ik erop geattendeerd dat mijn vrouw en twee kinderen boven zitten en ik wil de even naar ze zwaaien. De VOORZITTER: En nu is er nog niet eens tele visie De heer VAN BANNING: Ik heb me laten vertellen dat dat heel goed voor je image is! Ik zou willen zeggen: doe ome Harry en tante Mien ook de groeten, maar dat kan niet, want die heb ik niet! Ik ga weer door op de kerstperiode, toen ik zag hoe de Paus zijn Vredesboodschap bracht, op tra ditionele wijze, binnen een bepaalde omlijsting, deftig gezegd: binnen een bepaald decorum. Dit de corum hield in dat er een pauselijke garde was, voorzien van helmen en uitgerust met vervaarlijke steekwapenen. Ook stond er een Italiaanse eregarde met een militaire kapel. De eregarde was een verte genwoordiging van land-, zee- en luchtmacht. Men zal begrijpen dat ik toen dacht: welk een leed over komt nu mijn progressieve vrienden van de Partij van de Arbeid en de P.P.R. dat zo'n Paus in zo'n degelijke militaristische sfeer zijn Vredestoespraak houdt! Men zou zelfs aan de bedoelingen van de Paus kunnen twijfelen. Mijnheer de voorzitter. U zult terecht zeggen: "Wat een absurd voorbeeld!" Het is echter toch met enige achtergrond gegeven. Ik had gehoopt dat de heer Kaarsemaker enigszins zou corrigeren wat hij in een vergadering van de commissie voor algemene zaken, die ik op de publieke tribune heb bijgewoond,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 82