26 APRIL 1976
833
besluit in feite slechts op één voorstel betrek
king heeft. Deze omstandigheid vormt weer een
moeilijkheid. Bij het benoemen van personen be
hoort het mijns inziens tot de normale gang van
zaken dat er een keuzemogelijkheid is. In onder
deel A is dit door de voordracht van de heren De
Graaf en Oomens het geval, maar in onderdeel B is
geen keuze mogelijk. Ik weet niet of er straks
zowel voor A en als voor B stembriefje zullen wor
den rondgedeeld. Als men het concept-besluit leest,
zou men zeggen dat er helemaal geen briefjes hoe
ven te worden rondgedeeld. Misschien kan er straks
nog even iets over de gang van zaken worden ge
zegd. Het gaat ons in zekere zin onder meer om de
wijze waarop in deze raad benoemingen plaatsvin
den, vooral omdat het de goede gewoonte is geweest
dat de raad een keuzemogelijkheid had als er func
ties te vervullen waren. Een dergelijke keuzemoge
lijkheid ontbreekt nu geheel.
De benoemingen die onder B aan de orde komt
is in onze fracties ook inhoudelijk aan de orde
geweest. Daarbij is gesproken over functies in
een partij of in de raad dan wel in van de raad
afgeleide organen. Voor zover wij weten is de heer
Kramers op het ogenblik de gewaardeerde voorzitter
van de sportstichting en tevens voorzitter van de
K.V.P-afdeling Breda. In de discussie in de frac
ties over dit onderwerp is de persoon van de heer
Kramers niet in het geding geweest. In het gesprek
van onze fracties ging het erom of de functies die
hier naar wij veronderstellen aan de orde zijn wel
kunnen worden verenigd in één persoon. Wij veron
derstellen dat er hier sprake is van twee politie
ke functies en in de toekomst nog van een politie
ke functie in de nieuw op te richten commissie ex
artikel 61 voor de sport. In de fracties hebben
wij over de verenigbaarheid van functies in eigen
kring nogal eens gesproken en wij zijn van mening
dat een opeenstapeling van politieke functies niet
moet worden goedgekeurd, als de raad daar zeggen
schap in heeft.