26 APRIL 1976 835 in het politieke veld moeten worden vervuld, on gewenst is in de vacature onder B op de voorge stelde wijze te voorzien, Graag zouden wij het standpunt van de andere fracties en van het col lege over deze kwestie vernemen, Wij nemen aan dat in de sportstichting over dit facet niet zal zijn gesproken, zodat er misschien reden is om het ook daar ter discussie te stellen. De VOORZITTER; Ik geloof dat het redelijk is dat ik eerst de andere leden van de raad vraag, voor zover zij daar behoefte aan hebben, hun oor deel te geven. De heer VAN DONGEN: Voor de C.DA-fractie is bij dit agendapunt ook onder B op dit ogenblik de politieke kleur of functie van personen niet in het geding. De C,D.A.-fractie wil een maatstaf blijven aanleggen die als volgt kan worden samen gevat. Voor iedereen gaan wij uit van deskundig heid en in het bijzonder van de praktische be trokkenheid met betrekking tot de functie waarvoor iemand wordt gevraagd, gekozen en benoemd. In dit concrete geval komt daar nog bij dat de achterban, de leden van de sportstichting, in dezen met een duidelijk en voor ons betrouwbaar voorstel komen. De C.D.A.-fractie, vertrouwend op deskundigheid en betrokkenheid, in de praktijk waar gemaakt, steunt gaarne dit voorstel. Iemand zoeken en vinden die geen politieke kleur heeft, zou juist in deze tijd vragen kunnen oproepen met betrekking tot deskun digheid en vooral betrokkenheid. Wanneer men in een pluriforme gemeenschap functioneert, kan ob jectiviteit altijd worden betracht. De heer KOERTSHUISOok ik begrijp niet waar om iemand die toevallig lid is van een politieke partij, in welke functie dan ook, zonder raadslid te zijn, een dergelijke bestuursfunctie niet zou kunnen uitoefenen. Ik zie daartussen dan ook geen enkel verband, of het zou moeten zijn dat de be trokkene er misbruik van zou maken. Als dat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 835