84 19 JANUARI 1976 muziekgezelschappen dan ook als iets normaals be schouwen, zo lang een krijgsmacht noodzakelijk wordt geacht. Als er dus een bestaansrecht is voor militaire gezelschappen, waarom zouden deze dan hun prestaties niet mogen tonen en laten horen aan het volk, waartoe zij behoren? Het politiek vertoon in de commissie voor algemene zaken maakte op mij een slechte indruk. Ik vond het een politiek vertoon op een laag pitje en van geringe allure. Op deze plaats verzet ik mij tegen kwalificaties als "kadaverdis cipline" voor mensen die in dienstbaarheid aan de overheid hun werkzaamheden verrichten. Hiermee zou ik reeds mijn oordeel over het voorstel hebben gegeven, maar het is voor mij een voorrecht te mogen spreken namens de C.D.A.-fractie De fractie ziet de taptoe-Breda-nieuwe-stij1 als een goede zaak: een optreden van gezelschappen, militair en niet-militair in een historische en een hedendaagse presentatieDe taptoe zal een gebeur tenis zijn die alle geledingen van de bevolking zal trekken, niet alleen van de stad, maar ook van het gewest, van Brabant en Zeeland, van de randstad en niet te vergeten van het met ons zo bevriende Bel gië. Er kan een feestweek van allure en van verbroe dering ontstaan, waarin naar ik hoop vele Belgische en Nederlandse organisaties, verenigingen en derge lijke in de toekomst hun jaarlijkse "dies"-vierin- gen in Breda zullen willen beleven, met tot slot een bezoek aan de taptoe-Breda Ook mijn fractie heeft een brief ontvangen van de Stichting "Taptoe Exbando" Oosterhout, welke brief op 3 januari j.l. is gedateerd. Het is jammer dat de overlegsfeer van dien aard is, dat men zich niet veel eerder tot ons heeft gewend, opdat wij daarover konden praten. Ik geloof evenwel dat het niet tot stand komen van een meer-dagen herhaald evenement als de taptoe-Breda, zulks in afweging tot de mogelijke weerslag die het eendagsgebeuren van de "taptoe Exbando" zou kunnen ondervinden, tot een onjuist besluit van deze raad zou leiden. Wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 84