851 20 MEI 1976 artikel 15 van het reglement van orde voor de ver gaderingen van de gemeenteraad. Hij spreekt hier na als volgt: Dames en heren. Ik deel u mede dat er bericht ten van verhindering zijn binnengekomen van de burgemeester, wethouder Sandberg en de heren Van Duijl, Ten Wolde en Kaarsemaker. Met betrekking tot de agenda hebt u een schrijven ontvangen, inhoudende dat agendapunt 32 wordt aangehouden. De heer BECKERSMag ik over dat punt enige informatie vragen? De motieven op grond waarvan het college dit agendapunt wenst af te voeren, wa ren niet geheel duidelijk. Het betreft hier een kwestie die al gedurende enkele jaren slepende is en waarover in de commissie voor ruimtelijke orde ning uitvoerig is gesproken. Misschien kunt u aan geven welke nieuwe informatie bij alles wat wij in het verleden al hebben verzameld nog te ver wachten is, waardoor het noodzakelijk is dit be langrijke punt van de agenda af te voeren. De VOORZITTER: Er zijn ons nieuwe gegevens met betrekking tot de bedrijfseconomische opzet van het bedrijf van deze omvang aangekondigd, die nog niet in ons bezit waren. Zonder een oordeel uit te spreken acht het college het gewenst deze gegevens te beoordelen teneinde ze mede in de be sluitvorming over dit punt te kunnen betrekken. De heer BECKERS: Maar het punt komt opnieuw in de commissie voor ruimtelijke ordening aan de orde? De VOORZITTER: Als het punt opnieuw aan de orde komt en de gegevens zijn erbij, zal het naar ik meen ook in de commissie ter sprake kunnen ko men. 1VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE RAADSVER GADERING D.D. 8 MAART 1976. Wethouder VAN DUN: In de raadsvergadering van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 851