861 20 MEI 1976 dat zij niet over het rooien van deze bomen zijn ingelicht. VRAGEN 1Heeft er informatieverstrekking - zoals in bo- vengenoemd antwoord bedoeld - plaatsgevonden? 2. Zo ja, op welke wijze heeft die plaatsgevonden en aan wie was die informatie gericht? 3. Zo nee, waarom heeft deze informatieverstrek" king niet plaatsgevonden? Is het college be reid dit alsnog te doen? ANTWOORD In antwoord op door U ingevolge het bepaalde in artikel 40, 2e lid van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad gestelde vragen over het rooien van bomen nabij de Tram- en Gasbrug, delen wij U in volgorde van de gestelde vragen het volgende mede: 1. Informatieverstrekking, zoals bedoeld in ons schrijven van 17 juli 1975 aan de raadsleden Beckers en Houben, heeft in het onderhavige ge val niet plaatsgevonden. In bedoeld schrijven hebben wij er de nadruk op gelegd - zoals U overigens zelf schrijft - dat, indien in een straat alle of een groot aantal bomen gerooid moeten worden, de bewoners van die straat daar van op de hoogte zullen worden gesteld, In het onderhavige geval moesten nabij de Tram- brug een tiental bomen gerooid worden om het besluit van de raad van 21 mei 1973 om tot re constructie van de omgeving van de Tram- en Gasbrug en van de .Belcrumweg over te gaan, te kunnen uitvoeren. Wij zijn van mening, dat hier zeker niet gesproken kan worden van het rooien van een groot aantal bomen, zoals be doeld in ons bovenaangehaald schrijven. Boven dien zijn ter plaatse geen direct belanghebben de bewoners aanwezig, omdat er geen bebouwing is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 861