877 20 MEI 1976 prioriteiten hebben. Wij zijn het volkomen oneens met de opmerking van de heer Geene dat men andere dingen die men van belang acht, niet met de tap toe in competitie zou mogen brengen. Wij hebben dat wèl gedaan en ik meen dat wij ten aanzien van de ons voorgelegde beslissingen steeds op die wij ze te werk gaan. Een belangrijke overweging in de culturele sfeer is voor ons dat men de "Breda promotion" in de toekomst een enigszins andere richting zou moeten geven. In dat verband hebben wij voorgesteld een congres over ontwikkelings hulp te houden, iets waarover al vaker is gespro ken. Ook dat kan een belangrijke vorm van "Breda promotion" zijn, zij het dat deze op een ander terrein ligt dan waarop onze activiteiten op het ogenblik steeds gericht zijn. In andere sectoren hebben wij bijvoorbeeld voor de wijkactiviteiten gepleit. Er zijn allerlei activiteiten in de wij ken die om financiële redenen niet kunnen worden uitgevoerd en van de kant van de gemeente is dan ook duidelijke steun nodig om dingen op gang te brengen of op het huidige peil te houden. In de zen zijn wij het volkomen eens met het jeugd- en jongerencentrum die op dit aspect de aandacht heeft gevestigd. Een groot aantal wensen, ook van het college, valt elk jaar tijdens de begrotings behandeling buiten de prijzen, hetgeen zowel voor het college als voor ons moeilijk is. Dergelijke wensen moeten, wanneer men andere nieuwe uitgaven waartoe de taptoe-uitgaven zeker behoren - wil gaan doen, opnieuw in beschouwing worden ge nomen De post "onvoorzien" omvat naar ik meen nog ongeveer 110.000,-. Als men thuis ongeveer hal verwege het jaar alles opmaakt wat men heeft, is dit een slecht huishoudelijk beleid. Het is dan ook mijns inziens onjuist als de gemeente tot op de bodem van de post "onvoorzien" gaat. In onze fracties wordt over het afwijzen van het taptoevoorstel unaniem gedacht. Enkele frac tieleden wijzen het voorstel om louter financiële

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 877