19 JANUARI 1976
87
beuren van kwalitatief hoog niveau". Het zou naar
onze overtuiging een culturele verarming zijn als
met het verdwijnen van de taptoe-Delft ook een eind
zou komen aan de traditie van de jaarlijkse militai
re taptoe. Het college heeft dan ook terecht overwo
gen dat een dergelijke muzikale manifestatie moet
worden behouden en dat een taptoe-Breda een belang
rijke publiciteitswaarde voor onze stad bezit. Bo
vendien sluit de taptoe naar onze mening aan bij de
militaire traditie van Breda, die ook het is al
eerder gezegd een militaire muziektraditie is.
Het heeft dan ook onze instemming dat verder wordt
gewerkt aan het verwerven van de status van taptoe
vestigingsplaats. Ook de bestuurlijke opzet voor de
organisatie, zoals in het voorstel omschreven, heeft
onze instemming.
Met betrekking tot het financieel aspect is er
nog onzekerheid, zowel wat betreft de totale kosten
als ten aanzien van de bijdragen die te verwachten
zijn van derden: van het rijk, van de provincie en
van het Bredase bedrijfsleven. Het college heeft on-
zes inziens juist gehandeld door ook een subsidie
verzoek te doen aan de minister van C.R.M., ook al
heeft deze minister via zijn collega van defensie
laten weten dat C.R.M. geen mogelijkheid tot subsi
diëring ziet. Het zou bijzonder inconsequent zijn
als de minister van C.R.M. zou volharden in zijn
weigering financiële medewerking te verlenen aan een
taptoe die een gemengd militair-civiel karakter
heeft, terwijl de taptoe-Delft met een minimale ci
viele inbreng wèl C.R.M.-subsidie ontving. Het is
bekend dat in de kring van de V.V.D. betrekkelijk
weinig sympathie bestaat voor het subsidiebeleid
van de huidige minister van C.R.M.. Wij gaan er ech
ter vooralsnog van uit dat de heer Van Doorn in de
eerste plaats minister is en pas in de tweede of
zo mogelijk in de allerlaatste plaats zijn priori
teiten als partijman stelt.
Ik ben het bepaald oneens met de visie van de
heer Kaarsemaker dat men vóór of tegen een taptoe