20 MEI 1976
890
Tenslotte komt er een motie, waarin de heer' Crul
probeert het college van onbehoorlijk bestuur te
betichten;, ik kan althans de motie niet anders le
zen, Dit argument raakt natuurlijk kant noch wal.
De heer Crul was aanwezig in de vergadering van de
commissie algemene zaken waar dit aspect heel uit
voerig aan de orde is geweest: er is in die verga
dering gesproken over de aansprakelijkheid van de
gemeente en over wethouders die in het bestuur van
de Stichting op persoonlijke titel zitting hebben.
De heer Crul heeft op zijn vragen heel uitvoering
antwoord gekregen, op grond waarvan ik concludeer
dat de motie onwaarheden bevat en kant noch wal
raakt. Het zal dan ook duidelijk zijn dat wij aan
deze motie geen behoefte hebben. Het tegendeel is
het geval: de C.D.A.-^fractie zal het voorstel van
het college steunen.
De heer CRUL; Het is duidelijk welke keus
het V,V.D,/C.D.A.—college en de meerderheidsfrac
ties in de raad doen. Ook is duidelijker geworden
op grond waarvan men tot deze keuze komt. Geheel
duidelijk is dit nog niet, maar bepaalde tendensen
zijn aan het licht gekomen. Bij besprekingen over
dit onderwerp zijn enige aspecten min of meer met
elkaar in strijd. U hebt, mijnheer de voorzitter,
in de commissie algemene zaken gezegd dat er geen
afweging heeft plaatsgevonden ik hoop dat dat
ook in het verslag van de commissievergadering
komt r*—, maar vandaag hebt u in feite gezegd dat
een afweging toch gedeeltelijk wèl, zij het mis
schien in de laatste periode, is gemaakt. Daar
naast heeft u gezegd dat wij niet over een instru
ment beschikken; in soortgelijke zin heeft de heer
Geene zich uitgelaten. Ik wijs er echter op dat
tijdens de begrotingsbehandeling duidelijke voor
stellen door ons zijn gedaan en dat het college
in verband met de begroting te kennen heeft gege
ven dat bepaalde verlangens op verschillende ter
reinen van het gemeentelijk beleid tengevolge van
het ontbreken van de financiën niet konden worden