897
20 MEI 1976
oorlog als daarna mijn functie naar ik meen naar
behoren heb uitgeoefend en dat ik daarop, zoals
dat overigens behoort, op een redelijke manier
mag terugzien. Overigens is dit alles een beetje
opmerkelijk, want als de heer Crul - ik wil ei
genlijk nooit een persoonlijk element in de dis
cussie brengen in zijn zeer dichtbije omgeving
eens goed luistert, zal hij daar soortgelijke op
vattingen kunnen vernemen; hij weet wel waar ik
op doel.
Ik vind het correct dat het college onder
voorbehoud de ijzers in het vuur heeft gelegd.
Het is aantoonbaar dat altijd het voorbehoud is
gemaakt dat een en ander de steun van de raad zou
ondervinden. Zo hoort het ook. Ik meen dat men
bij iedere onderneming het college verwijten zou
kunnen maken, als het niet bij de tijd zou zijn
en niet onmiddellijk een claim zou plaatsen wan
neer naar zijn oordeel het gemeentebelang zou
moeten worden behartigd.
Over de discussie van vanavond wil ik nog
het volgende zeggen. Ik heb mij van stond af aan
afgevraagd of het zin heeft hier nog lang over te
praten. Uit de krant heb ik namelijk vernomen dat
de heer Crul als voorzitter van de federatie van
fracties van P.v.d.A. en P.P.R. reeds in Den Bosch
bezwaar heeft aangetekend en erop heeft aange
drongen iedere medewerking aan de taptoe te ont
houden. Wij kunnen er nog uren over praten, maar
ik kan mij niet voorstellen dat wij de fracties
van de heer Crul kunnen overtuigen. Dat zouden
zij toch niet kunnen opbrengen en ik meen dan ook
dat ik het hierbij maar moet laten.
De heer DEESWie de bezwaren die in de loop
van de tijd door de fracties van P.v.d.A. en
P.P.R. tegen de taptoe zijn aangevoerd nog eens
analyseert, ziet dat zich daarin nogal eens
verschuivingen hebben voorgedaan. Bij de begro
tingsbehandeling in het najaar was het mevrouw
Paulussen die de taptoe hekelde. Zij ging er toen