903
20 MEI 1976
geloof dat het goed is het even te vermelden, De
problematiek die daar aan de orde was kan worden
samengevat in de vraag; moeten wij een volledig
beroepsleger hebben of moeten wij ook burgers
deel van het leger deel doen uitmaken? Naar ik
meen heeft de toekomstige gouverneur van de K.M.A,
er juist de nadruk op gelegd dat voor het goed
functioneren van het leger in deze veranderde
maatschappij de burgers niet kunnen worden gemist.
Hij betoogde mijns inziens dat bij een volledig
beroepsleger het grote gevaar aanwezig is dat na^
delige elementen veel kansen hebben; het meegroeien
met maatschappelijk ontwikkelingen zou juist in
het kader van het samengaan van beroepsmilitairen
en burgers of dienstplichtigen het best tot zijn
recht komen. De taptoe die voor Breda wordt nage--
streefd met een samengaan van militaire korpsen
en burgerkorpsen kan naar ik meen misschien ook in
dat opzicht de relatie van het leger met de maat
schappij beter tot haar recht laten komen. Het le
ger behoort tot onze samenleving en wij moeten
misschien alleen betreuren dat onze westerse sa
menleving deze militaire apparaten naar het oor
deel van de meerderheid nog nodig heeft. Ik teken
hierbij aan dat het eigenlijk misschien anders zou
moeten en dat wij een andere samenleving zouden
moeten hebben waarin zelfs de politie overbodig
zou zijn. Wij zouden zó goed met elkaar moeten
kunnen functioneren dat wij die instellingen, die
een soort noodzakelijk kwaad zijn, zouden kunnen
missen. Ik meen echter dat dit niet kan worden
aangevoerd als een element dat tegen de taptoe
zou pleiten.
Ik ben verheugd over de opstelling die de
heer Crul met betrekking tot de achterborgen heeft
gekozen. Tot slot wil ik iets zeggen over de mo'-
tie. Men zal begrijpen dat het college, wanneer in
een motie wordt gesteld "dat het college zonder de
goedkeuring van de raad en daardoor in strijd met
de gemeentewet activiteiten via en in de taptoe
stichting zal ontplooien", alleen reeds op grond