20 MEI 1976 904 daarvan de motie nooit zal aanraden, Op grond van de motivering die ik heb gegeven is dit reeds een reden om de motie te ontraden. In de motie wordt voorts geconstateerd "dat het college door zijn deelname aan het taptoegebeuren grote financiële risico's loopt". Daarover heb ik naar ik meen duidelijke taal gesproken: het risico is beperkt tot datgene waarover de raad vanavond eventueel 'een besluit neemt. Dit betekent dat ik de raad ontraad de motie te aanvaarden. De motie van de heer Crul wordt hierna in stemming gebracht en met 22 tegen 12 stemmen ver worpen TEGEN hebben gestemd: de heren De Raaff, Deest Suurmeijer, Koertshuis, Van Dongen, Van As- seldonk, Broeders en Geene, mevrouw Koek-van Mer- kom, de heren Gielenf Van Graafeiland, Visser en Lambregts, mevrouw Van Rooij^van den Heuvel, de heren Kramer, Van Banning, Veelenturf, Van den Wijngaard, Eissensf Taks, Goos en Van Dun. VOOR hebben gestemd: de heer Martens, me vrouw Paulussen, de heren Dreef, Oomen en Houben, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, de heren Beckers, Welschen, Jongeneel, Crul en Hendriksen en me vrouw Stutterheim-Edeling Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de he ren Jongeneel en Houben, mevrouw Paulussen, de heer Crul, mevrouw Stutterheim-Edeling, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, de heren Beckers, Wel schen, Oomen, Hendriksen, Martens en Dreef geacht willen worden te hebben tegengestemd. 8. bijlage nr. 148. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET DOEN BEVEILIGEN VAN DE RAMEN IN DE TRAP PENHUIZEN BIJ EEN DRIETAL COMPLEXEN GALERIJ WONINGEN IN HOGE VUCHT DOOR HET AANBRENGEN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 904