905 20 MEI 1976 VAN HEKWERKEN. (D) 9. bijlage nr. 149. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET AANBRENGEN VAN C-V-INSTALLATIES IN WO NINGEN DER GEMEENTE TEN BEHOEVE VAN LICHAME LIJK GEHANDICAPTEN. (D) 10. bijlage nr. 150. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET DOEN AANLEGGEN VAN EEN C.V-INSTALLATIE IN DE WONING BALIENDIJK 13, ALSMEDE TOT HET AANVRAGEN EN AANVAARDEN VAN EEN BIJDRAGE IN EENS UIT 'S RIJKSKAS VOOR DIT DOEL. (D) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achtereenvolgens overeenkomstig de ze voorstellen van burgemeester en wethouders be sloten. 11. bijlage nr. 151. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT ONBEWOONBAARVERKLARING VAN DE WONING SPOOR STRAAT 38a. (D) De heer HOUBEN: Als in een straat een woning onbewoonbaar wordt verklaard, is dat naar voor de direct betrokkenen, in het bijzonder voor de be woners, maar ook voor de omwonenden. Er gaat van een dergelijke onbewoonbaarverklaring en van het bijbehorende bordje een negatieve invloed uit op de beleving van het woon- en leefklimaat in een dergelijke straat. Dit geldt te meer als in een straat relatief al veel slechte panden staan. On bewoonbaarverklaring van één pand is dan een soort voorbode van onbewoonbaarverklaring van andere panden in de buurt. In de commissie openbare werken is gezegd dat de gemeente geen onderzoek durft in te stellen naar de staat van de andere panden in de straat, omdat men bang is dat de uitkomsten van een derge lijk onderzoek zouden uitwijzen dat de toestand

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 905