907 20 MEI 1976 opgetreden in het denken over de spoorbuurt. Aan vankelijk dacht men meer in termen van een "ver- kantoring" van deze buurt, maar dank zij de in spraak en de gedachtenvorming heeft er gelukkig een ombuiging plaatsgevonden ten gunste van de versterking en de handhaving van de woonfunctie. Op het ogenblik beschikken wij in Breda over een zgn. "rood boekje" met betrekking tot de bin nenstad. In besluit nr. 57 staat over de Spoor straat onder meer: "Zoveel mogelijk handhaven en rehabiliteren van woningen aan de Spoorstraat Ik zou dit citaat vanavond met grote na druk aan alle aanwezigen willen voorleggen, omdat het naar onze mening rechtvaardigt dat over deze onbewoonbaarverklaring nog eens heel goed wordt nagedacht. Daar komt nog bij dat de bewoners van de spoorbuurt de laatste tijd actief zijn gewor den. Zij zijn zich van hun situatie bewust gewor den door de aanvankelijk vrij negatieve plannen voor hun buurt en zij zijn zelf begonnen met het organiseren van allerlei buurtactiviteiten om de leefbaarheid op te krikken en gemeenschapszin te bevorderen. Ik kan concluderen dat de raad zich duidelijk heeft uitgesproken voor versterking van de woon functie in de binnenstad, in het bijzonder in de Spoorstraat. De buurt heeft zich georganiseerd om dit rehabilitatieproces te ondersteunen, of, beter gezegd, de buurt heeft de rehabilitatiegedachte bevorderd. Een onbewoonbaarverklaring zal juist in deze fase van het proces worden ervaren als een negatieve maatregel die niet strookt met de geest met het positief geformuleerde raadsbesluit nr, 57 inzake de Spoorstraat. De voorbereiding van de onbewoonbaarverkla ring van het pand Spoorstraat 38a is een slepende kwestie geweest. Bedacht moet worden dat het hier niet gaat om een pand dat op instorten staat. Van ambtelijke zijde is namelijk gezegd dat er geen bezwaartegen vestiging van een kantoor in dit pand bestaat. Het is vooral om redenen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 907