20 MEI 1976
908
volkshuisvesting dat dit pand voor woondoelein-
den niet geschikt kan worden geacht, maar het ver
keert constructief nog in een goede staat. Dit be
tekent dat het tot de mogelijkheden behoort het
pand op te knappen, In dat verband is het van be
lang te weten voor welke periode men het wil op
knappen. Om dat te kunnen bepalen moet men eerst
inzicht in de situatie van de omliggende panden
hebben, zodat men dienaangaande een beter besluit
kan nemen.
Gebleken is dat de eigenaar niet uit eigen
beweging tot opknappen wil overgaan. Helaas ont
breken ons nog de wettelijke instrumenten om hem
hiertoe aan te zetten. In dit stadium zijn wij dan
ook gedwongen op een andere manier te werk te
gaan. Het lijkt, gezien het belang van de handha
ving van de woonfunctie en het daarover genomen
raadsbesluit, beter dat wordt geprobeerd het pand
aan te kopen. In dit verband verwijs ik naar een
raadsbesluit dat wij aan het begin van de avond
hebben genomen; dit besluit betrof de aankoop van
woningen in de Balfortstraateveneens om redenen
van volkshuisvesting. Voorts zouden wij moeten
proberen in contact met een woningbouwvereniging
te komen teneinde na te gaan 'of dit verworven
pand na de nodige verbeteringen in exploitatie
zou kunnen worden genomen.
Naar onze mening getuigt een dergelijke aan
pak van een veel positievere benadering van het
probleem en past hij beter in de geest van de
raadsbesluiten die wij met betrekking tot het
structuurplan hebben genomen, waarbij wij in het
bijzonder aan raadsbesluit nr, 57 denken. Wij
hebben dienaangaande een motie opgesteld, die ik
bij dezen gaarne wil indienen.
De door de heer Houben ingediende motie luidt
als volgt;
"De raad van de gemeente Breda, in vergade
ring bijeen op 20 mei 1976 overwegende dat:
voor de binnenstad de toepassing van art.
