2Q MEI 1976 912 ordening heeft al vaak gezegd dat wij op dit o- genblik de handvaten missen om metterdaad te kun nen optreden;, ook de heer Houben heeft daarop ge wezen, In de commissie is gezegd dat men het wel anders wil, maar dat men voorzichtig te werk moet gaan. De heer Houben heeft in dit verband percen tages genoemd van woningen die goed, slecht en minder slecht van kwaliteit zijn. Ik kan mij voor stellen dat men consciëntieus te werk wil gaan en er niet als een wals overheen wil gaan. Men kan vaststellen dat er bepaalde dingen moeten worden gedaan, maar als dan de vraag wordt gesteld op welke wijze dat zou moeten, kan men daarop geen antwoord geven In het geval van de Balfortstraatdat de heer Houben heeft genoemd, doet zich mijns in ziens een andere situatie voor. Ik wijs erop dat in dat geval drie woningen in het geding zijn die onbewoonbaar waren verklaard; de gemeente koopt deze panden nu aan om er opnieuw een woonfunctie aan te geven, Wij weten nog niet hoe de woonfunc tie in de Balfortstraat zich verder zal ontwikke len, maar in ieder geval meen ik hier een tipje van de sluier van het beleid van het college te mogen oplichten, waarbij ik tot de conclusie kom dat b. en w. wel degelijk oog voor deze aspecten hebben De CDA'-fractie is ervan overtuigd dat het college in dezen serieus en zorgvuldig heeft ge handeld en dat er in deze omstandigheden geen an der voorstel dan het ter tafel liggende kan wor den gedaan, De heer VAN ASSELDONK: Voor alle duidelijk heid constateer ik dat geen van de vorige spre kers enig nieuw licht op deze kwestie heeft kun nen werpen. Het betoog van de heer Houben is pre cies hetzelfde betoog als wij enige malen in de commissievergaderingen hebben gehoord. De buiten staander zou de indruk kunnen krijgen dat de staf en de wethouder niet goed zouden hebben geantwoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 912