20 MEI 1976 918 echter natuurlijk te gek om de zaak op deze ene onbewoonbaarverklaring toe te spitsen. De heer HOUBEN: In het "rode boekje" staat bij besluit nr. 57 toch duidelijk "zoveel mogelijk handhaven en rehabiliteren van woningen aan de Spoorstraat"? Ik begrijp niet waarom er hier spra ke van een toespitsing zou zijn. Hier wordt de naam van de straat uitdrukkelijk genoemd en de Spoorstraat is niet zó lang, dat men zou zeggen dat dit ene pandje niet veel uitmaakt. De heer VAN ASSELDONK: In maart hebben wij besluiten genomen en de wethouder heeft in de com missie duidelijk gezegd dat hij de financiële con sequenties van een en ander gaat uitwerken. Te meer daar deze kwestie al zeer lang aan de orde is, vinden wij het dan ook een beetje te gek nu al direct in dit verband tot aankoop van een pand over te gaan; de financiële consequenties daarvan staan ons nog niet voor ogen. Daarnaast wil ik erop wijzen dat onbewoon baarverklaring op dit ogenblik er niet per se toe hoeft te leiden dat het pand voor de toekomst aan de woonbestemming wordt onttrokken. Het in deze buurt actieve comité heeft ons laten zien hoe men een onbewoonbaar verklaarde woning weer tot een prachtig woonhuis kan inrichten. Op grond van dit alles wijzen wij de motie af. Wethouder VAN DUNIk meen dat hier in zekere zin een schimmenspel wordt opgevoerd en dat wij de discussie van 8 maart j.l. niet moeten herhalen. Hoewel anderen mij proberen van het tegendeel te overtuigen, beweer ik nog steeds dat P.v.d.A./ P.P.R. en het college over de woonfunctie van de binnenstad niet van mening verschillen. Dit bete kent dat wij metterdaad willen proberen de woon functie in de binnenstad prioriteit te geven. Waar op heeft nu het verschil van mening ten aanzien van dit ene pandje betrekking? Het gaat erom dat het "rode boekje", waaraan gelukkig besluitvorming

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 918