20 MEI 1976
926
Wethouder DE RAAFF; Ik kan nauwelijks'nog
iets toevoegen aan de argumenten die door de heren
Taks en Eissens naar voren zijn gebracht teneinde
sterk te maken dat dit voorstel niet tot de vol
gende vergadering moet worden aangehouden. Het is
mij namelijk ook niet duidelijk welke argumenten
nog naar voren zouden kunnen worden gebracht die
tot overeenstemming zouden kunnen leiden. Ik zou
overigens natuurlijk dolgraag willen dat er over
eenstemming zou kunnen worden bereikt, hetgeen tot
nog toe ook altijd de gewoonte is geweest. Het is
gebleken dat ook op landelijk niveau geen overeen
stemming kon worden bereikt, ondanks zeer uitvoe
rige besprekingen zoals men mij heeft meegedeeld.
Ik voel dus niets voor het ordevoorstel om dit
voorstel tot een volgende vergadering aan te hou
den
De heer Taks heeft gezegd dat bij uitstel
eventueel met terugwerkende kracht correcties moe
ten worden aangebracht, wat administratief-techni-
sche bezwaren zal opleveren en dat is natuurlijk
juist. Deze regeling betekent een lichte verslech
tering van de positie van de ambtenaren en ik heb
er over het algemeen bezwaren tegen regelingen
die een verslechtering inhouden met terugwerkende
kracht in te voeren, Ik moet het ordevoorstel van
de heer Dreef derhalve ontraden.
De VOORZITTER; Wenst de heer Dreef zijn orde
voorstel te handhaven?
De heer DREEF; Inderdaad,
De VOORZITTER; Het ordevoorstel van de heer
Dreef wordt voldoende ondersteund en kan nu in
stemming worden gebracht,
Hierna wordt het ordevoorstel van de heer
Dreef c,s, in stemming gebracht en met 2Q tegen
9 stemmen verworpen
TEGEN stemmen de heren Van Dun, De Raaff,
Dees, Koertshuis, Van Dongen, Van Asseldonk,