20 MEI 1976 944 geweld wordt aangedaan, maar ik meen dat hij het dan mis heeft. Naar rato van de besluitvorming van de raad van vanavond zullen wij een bestem^- mingsplanwijziging voorbereiden, welke normaal in procedure komt en uiteraard ook zal worden voor zien van een advies van de Stedebouwkundige Ad viesraad. Dit alles zal dus gebeuren naar gelang uw beslissing van vanavond. Ik weet met welke ■moeilijkheid de heer Beckers zit. Hij vraagt zich namelijk af wat er eigenlijk nog zou kunnen wor den gewijzigd als het college formeel met een be stemmingsplanwijziging komt en de raad zich al principieel heeft uitgesproken. Ik ben van mening dat wij elkaar aan principiële uitspraken mogen houden, maar dat neemt niet weg dat de uitwerking van principebeslissingen opnieuw besluitvorming kan vereisen. Ik zou het merkwaardig vinden als de raad zou zeggen dat hij met dit principe-be sluit ook de komende bestemmingsplanwijziging goedkeurt. De raad beschikt over het toetsings- recht, zodat hij te zijner tijd bij de bestem mingsplanwijziging kan bekijken of inderdaad de democratische spelregels wel in acht zijn geno men; de raad van Breda heeft die bewakingsplicht. Bovendien zal de raad te zijner tijd de kosten nog eens goed moeten bekijken. Dit betekent dat er met het nemen van een principe-besluit slechts een richting wordt aangegeven waarin verder moet worden gewerkt, zodat ik het verwijt dat het col lege ondemocratisch en in strijd met de wet op de ruimtelijke ordening zou handelen niet op zijn plaats vindt. Er ligt nu geen bestemmingsplanwij ziging voor, De heer Beckers heeft ook gezegd dat de kan sen-op subsidie van de kant van de D.A.C.W. klein zijn, maar naarmate hij dat vaker zegt zullen zij steeds kleiner worden. Ik verzoek u daarom wat dat betreft bij deze discussie enige bescheiden heid te betrachten en daarover niet zo veel te praten, De D.A.C.W. is evenwel genoemd en daarom wil ik in de openbaarheid constateren dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 944