945 20 MEI 1976 D.A.C.W.-projecten in deze sector niet meer zo rijk gezaaid zijn. Ik hoop dat wij er wel in zul len slagen subsidie van die zijde te verkrijgen, maar inderdaad heb ik bij de behandeling in de commissie in genoemde zin een opmerking over dat punt gemaakt. De benadering van de heren Beckers en Lam- bregts klopt volkomen, want er zijn inderdaad twee aspecten aan de orde. Wij hebben in de commissie de ongevallenstatistiek bekeken. Los van de sub jectieve ervaringen die velen van ons op dat punt hebben, zijn wij tot de conclusie gekomen dat die situatie niet alleen voor de auto's, maar ook voor de fietsers, de bromfietsers en de overstekende schoolkinderen één van de belangrijkste zwarte vlekken in het Bredase verkeersgebeuren is. Bij begrotingsbehandelingen en andere gelegenheden is het college herhaaldelijk verzocht iets aan de verkeersveiligheid te doen. Het is onder meer de bedoeling van dit voorstel daarmee wat dat betreft een positieve bijdrage te leveren. Ik geloof niet dat wij nu moeten praten over het aantal ongeluk ken, want ik meen dat zowel de voor- als tegen- standers van dit voorstel het erover eens zijn dat het hier om een verkeersgevaarlijke situatie in Breda gaat. Ten overvloede merk ik nogmaals op dat ik het niet met de heer Beckers eens kan zijn dat hier van een autobenadering sprake is. Gezien de ongelukken aldaar blijkt het met name voor de fiet- sers en de bromfietsers bij het oversteken een ge— vaarlijke situatie te zijn. Het gaat hierbij dan ook niet alleen om een benadering van de kant van de auto gezien. De heer Lambregt-s heeft een en ander uit de doeken gedaan. Hij heeft gezegd dat het plaatsen van verkeerslichten sec een oplossing van de ver keersgevaarli jke situatie zou betekenen, hetgeen ik geheel met hem eens ben. Het college wil echter verder gaan, waarbij de andere kant van de medail le aan de orde komt, die door de heren Beckers, Lambregts en Van Asseldonk terecht is aangegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 945