955 20 MEI 1976 De heer Beckers moet zich ook niet verschui len achter zaken waaromtrent wél een besluit is genomen. De raad heeft duidelijk besloten dat wij verschillende trace's in de binnenstad vrij van doorgaand verkeerd zullen gaan maken. Als het college zich op die besluitvorming van de raad baseert is er mijns inziens sprake van een zin volle en geen zinledige argumentatie; wij mogen ons daarop beroepen. Dit voorstel is bedoeld als een bijdrage om juist aan de sluipwegen van het zuidoosten van de stad naar het noordelijk indus triegebied een alternatief te bieden in de vorm van het doorgaande tracé van de Beverweg en de De la Reijweg. Ik meen dat wij dan goed en conform de besluitvorming van de raad handelen. De heer Beckers heeft ook opgemerkt dat de raad zich met dit besluit vastlegt, maar ik meen dat wij dat ruim moeten interpreteren. Als de raad vanavond een besluit neemt weten wij hoe wij verder moeten gaan. Alle dingen die hier verder uit voortvloeien, ook de financiële consequenties, zijn ter nadere beoordeling van diezelfde gemeen teraad van Breda. De heer BECKERS: De fracties van P.v.d.A, en P.P.R. zullen tegen dit voorstel stemmen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met aantekening dat de heren Jongeneel en Houben, mevrouw Paulussen, de heren Crul en Beckers, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, mevrouw Stutterheim-Edelingde heren Welschen, Oomen, Martens en Dreef geacht willen worden te hebben tegengestemd. 28. bijlage nr. 168 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE PARTIELE HERZIENING 1975/1 VAN HET BESTEMMINGSPLAN GINNEKEN. (D) 29. bijlage nr. 169 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 955